Hoe herkent de JBL pH-Control een „slechte“ sensor?
De pH-sensor stuurt een spanning naar het meetapparaat, dat de spanning in de pH-waarde omrekent.
Deze spanning is gedurende de levensduur van de sensor NIET constant! Derhalve moet de sensor regelmatig worden gekalibreerd. Op deze wijze wordt de leeftijdsgebonden verandering van spanning van de sensor aan het apparaat medegedeeld en kan deze weer betrouwbare waarden aangeven.
De kalibratie wordt uitgevoerd bij pH 7 en pH 4.
Een nieuwe sensor stuurt bij pH 7 een spanning van 0 mV +/- enkele mV naar het meetapparaat. Hoe meer de spanning bij pH 7 afwijkt van 0 (+ of -), des te ouder is de sensor. Bij een afwijking van meer dan +40 of -40 mV wijst het apparaat de sensor af.
De foutmelding OFFSET verschijnt.
LET OP! Dezelfde foutmelding verschijnt ook als u per vergissing eerst met 4 kalibreert !!
Bij pH 4, stuurt de sensor een spanning van ongeveer 186 mV (bij 7 was dat 0 mV). Dat wil zeggen dat tussen de afzonderlijke pH stappen (4-5, 5-6 en 6-7) elk ongeveer 62 mV verschil zit. Hoe kleiner deze afstand is, hoe ouder de sensor. Bij een verschil van onder ca. 30 mV, wijst het apparaat de sensor af.
De foutmelding DELTAV verschijnt.
LET OP! Dezelfde foutmelding verschijnt ook als u per vergissing twee keer met 7 kalibreert!!
BELANGRIJK: Door een langdurige opslag in de bewaarvloeistof (meerdere dagen) kunnen afgewezen sensoren vaak weer 'acceptabel' worden gemaakt!