Bij de walvishaaien in het noorden van Madagaskar
De Indische Oceaan is met 75 miljoen kwadraat kilometer de op twee na grootste oceaan ter wereld wanneer je de Noordelijke IJszee niet meetelt. Zijn biodiversiteit ligt boven die van de Atlantische Oceaan en het Caribisch gebied, maar onder die van de Stille Oceaan. Op de grens met de Stille Oceaan en de Zuidoost Aziatische eilanden vinden we de grootste biodiversiteit ter wereld! In de wintermaanden van het noordelijke halfrond heerst ten zuiden van de equator de zomer. Dan ontwikkelt zich het zoöplankton, en de grootste vissen in de zee, de tot 12 m lange walvishaaien, steken de zee-engte tussen Madagaskar en het Afrikaanse vasteland over. Eigenlijk wilden we vanaf de kust van Mozambique naar de walvishaaien, maar de reis naar Tofo in Mozambique zou enorm veel tijd opgeslokt hebben. En dus kozen we voor Nosy Be, aan de noordwestkust van Madagaskar dat ook een vliegveld heeft. Van Duitsland ging het via Mauritius en Réunion verder naar Nosy Be.
De volgende ochtend gingen we er met twee motorboten op uit. Om precies te zijn niet echt naar open zee, maar naar een gebied tussen het eiland Nosy Be en het vasteland van Madagaskar, waar het water heel rustig was. Hoe gladder het wateroppervlak, des te makkelijker vindt je de walvishaaien. We keken uit naar groepen vogels boven het zeewateroppervlak. Zodra plankton zich ergens in grote hoeveelheden bevindt, komen kleine vissen in grote zwermen erop af. Deze lokken op hun beurt weer vogels aan evenals grote roofvissen, zoals tonijn en makreel. Ik vermoed dat de walvishaaien dit tumult meekrijgen en dan doelgericht op de betreffende locatie afzwemmen. Zij eten dan ook nog eens tot ze niet meer kunnen en de arme sardientjes belanden tot op de laatste vis in de magen van de roofdieren. Ook manta’s doen mee aan de jacht op het plankton.
Vreedzame reus: een manta komt voorbij
De eerste planktoneter die tevoorschijn kwam was geen walvishaai maar een manta, de grootste roggensoort in onze zeeën.
We brengen de boten zo voorzichtig en zo dicht mogelijk bij het gebeuren en laten ons in het water glijden. En dan zien we de zachtaardige reuzen. De eerste aanblik is wat onwerkelijk. We hebben al honderden foto’s van walvishaaien gezien – maar de live aanblik is overweldigend. Volkomen geruisloos zwemmen ze op me af, wenden zich wat, om niet te botsen, en verdwijnen dan in het diepe blauw van de zee.
Snorkelen met walvishaaien
We zitten klaar om te snorkelen, direct naast de buitenboordmotor op het achtersteven. Zodra de boot stopt gaan we voorzichtig maar snel het water in om de walvishaai van dichtbij te beleven.
Uiterst zelden blijft de walvishaai en zoekt de nabijheid van de mensen. Maar wanneer het gebeurt, meestal bij jonge, speelse dieren, is het een fascinerend gezicht: aan het wateroppervlak spartelen de snorkelaars en de walvishaai komt telkens weer op hen af en neemt contact op. Beiden lijken er plezier aan te beleven! En wanneer hij er genoeg van heeft, zwemt hij gewoon weg. Zelfs wanneer hij zo langzaam mogelijk zwemt kan niemand hem volgen.
Op de tweede dag blijven we nog twee uur bij de walvishaaien voordat we werkelijk naar open zee gaan om op zoek te gaan naar bultrugwalvissen. Na twee uur zoeken bij matige golven vinden we de walvissen maar ze liggen niet kalm aan het wateroppervlak, ze trekken richting het noorden. Onze schipper probeert voor ze te varen en ons in hun zwemrichting af te zetten maar in het diepe blauw van de zee kunnen we ze niet zien, hoewel we maar enkele meters van hen verwijdert zijn.
In de namiddag keren we terug naar Nosy Be. Sommigen zijn er niet best aan toe na de tocht op zee. Anderen zijn fit en willen de riffen vanaf het strand verkennen. En dat loont zich! De koraalriffen zijn vol leven en intacte koralen.
Jan Olsen en Heiko Blessin snorkelen rond het rif
Direct van het strand gaat het in het bijna 30°C warme water. Al na een paar meter beginnen de koraalformaties. Wanneer dat prikkelende plankton maar niet voortdurend in het water was!