Naar de gekko's en kameleons in de jungle van Madagaskar
Vanaf Nosy Be vertrok het vliegtuig helaas veel te laat en maakte ook nog een ongeplande tussenlanding in het midden van nergens voordat we dan eindelijk na zonsondergang in de hoofdstad van Madagaskar, Antananarivo, landden. De auto’s, die ons naar het hotel in het stadscentrum zouden brengen, mochten na zonsondergang eigenlijk helemaal niet meer rijden. Overvallen komen niet zelden voor maar zijn praktisch voorgeprogrammeerd. Daar onze mini-colonne, bestaande uit vijf zwarte SUV’s, er echter uitzag als een FBI konvooi, kwamen we onbeschadigd in het hotel aan. De volgende ochtend werd het ons al snel duidelijk waarom de straten van de hoofdstad van Madagaskar tot de gevaarlijkste ter wereld behoren. De armoede was onmiskenbaar. Veel mensen hadden direct tegenover het hotel op de straat geslapen. Sommigen hadden van dozen een tijdelijk verblijf gemaakt. ’s Nachts wordt het in de op 1100 m hoogte gelegen stad, met 1,8 miljoen inwoners, voelbaar koud.
Sommige deelnemers wilden spontaan hun voedselvoorraad aan de mensen voor het hotel geven. Zo kwam het tot heel leuke ontmoetingen met de allerarmsten.
Sommigen onder ons waren er echter helemaal niet goed aan toe. Ze hadden iets opgelopen en bevonden zich voortdurend ergens tussen de wc en de wasbak. In een apotheek probeerden we zinvolle medicijnen te kopen voordat we met onze auto's uit de hoofdstad vertrokken, over land richting de oostelijk gelegen nationale parken.
Na ongeveer vier uur bereikten we de regio Andasibe waar veel nationale parken naast elkaar liggen. Al op de parkeerplaats van het eerste park ontdekten we diverse hagedissen, insecten en spinnen. Het is altijd hetzelfde: zodra onze mensen uit de auto’s stappen zwermen ze als bijen uiteen op zoek naar dieren. Dan wordt het lastig om ze allemaal weer te vangen en ze ordelijk voort te laten bewegen. Onze inheemse gidsen werden zo langzamerhand nerveus, daar de parken na het vallen van de duisternis niet meer mogen worden betreed. Eindelijk gingen we dan van start, echter in een tempo waarmee zelfs een Keniaanse marathonloper moeite zou hebben. Niemand had tijd om naar rechts of naar links te kijken, om maar niet te spreken van dieren zoeken of foto’s maken. Alleen maar je voorganger volgen want anders vindt geen mens de weg terug naar de parkeerplaats!
De enige keer dat de gids halt hield, werd veroorzaakt door lemuren, de beroemde halfapen van Madagaskar. Hij kende een plaats waar de dieren te zien waren. Met een deel van onze groep, die nog rechtop kon lopen, klom hij een steile helling af om de dieren te benaderen. Ik bleef met enkele andere uitgeputte deelnemers boven en wij vonden twee halfapen direct naast de weg die zich vanaf 50 cm afstand ontspannen lieten fotograferen, terwijl onze tienkampers met de gids enkele halfapen hoog in de bomen, op 10 m afstand, vonden.
Nadat we allemaal, zowaar zonder iemand te zijn kwijtgeraakt, weer op de parkeerplaats waren aangekomen, was er een ernstig gesprek met de gids. De volgende dag diende de junglemarathon niet herhaald te worden en wij probeerden de gids nog eens uit te leggen wat ons doel was: tijd nemen, dieren zoeken, biotopen analyseren en foto's maken. Weinig rondrennen en ideaal zou een plaats met water zijn. Maar eerst gingen we naar de lodge, onze thuisbasis voor de komende drie dagen.
De lodge lag ideaal: ver weg van de dichtstbijzijnde straat en direct naast het nationale park. Dat gaf hoop daar na zonsondergang veel interessante dieren aan te treffen.
Na zonsondergang bewapenden wij ons met hoofdlamp, fototoestel en flitser. Aan het luide gekwaak te horen moesten er veel kikkers zijn. Wij zochten in struiken, bomen en op de grond en hadden succes. Interessante insecten, veel soorten kikkers en ook kameleons waren op het grondstuk van de lodge te vinden.
De volgende ochtend deden we een tweede poging met onze lokale marathonfetisjisten. En kijk aan, het werd een halve marathonafstand en een beekje diende als oriënteringspunt zodat het niets uitmaakt wanneer onze gids voor ons in de jungle verdween.
Bij een kleine waterval bevond zich een klein water waarin wij al snorkelend onderwaterfoto's konden maken. Een vissoort, vele kikkervisjes en een heel mooie slakkensoort waren de beloning. In het water was het zonder duikuitrusting met 24,2°C wel fris. De waterwaarden waren typerend voor veel tropische regio's: pH 6,5, geen gezamenlijke en carbonaathardheid meetbaar, maar een geleidvaardigheid van 36 µS/cm. Dat toont aan dat er weliswaar geen calcium of magnesium in het water is opgelost maar dat er andere zoutsoorten aanwezig waren.
In het regenwoud zelf waren niet veel dieren te ontdekken. Alleen skinken (Zonosaurus karsteni) waren vaak te zien. Kort voordat we de auto's bereikten waren ook de lemuren weer in de bomen en lieten zich bereidwillig fotograferen.
Alleen met het aantal "kruipende dieren" waren we niet echt blij, Madagaskar staat tenslotte bekend om zijn rijkdom aan kameleons en gekko's. Onze marathongids beloofde ons de volgende dag een betere opbrengst.
De volgende dag bezochten we een ander nationaal park en alsof het een wonder was zat op elke boom een andere soort kameleon.
We kunnen het natuurlijk niet bewijzen maar het leek erop alsof de gids de dieren direct voordat wij aankwamen had verzameld en uitgezet. Ook een slang, die een hoofdwond had, was vermoedelijk door de gids geslagen en zichtbaar voor ons neergezet.
Wij legden de slang in een struik onder motto "niet bestemd voor het publiek" en hoopten maar dat die zich van de verwonding zou herstellen. Tot ons geluk vond de gids zelfstandig nog een van de twee daar voorkomende soorten boa's (Sanzinia madagascariensis) evenals een slang, dankzij Kathrin Glaw geïdentificeerd als Thamnosophis infrasignatus.
Een heel emotionele ontmoeting had JBL directeur, Roland Böhme, met een slechts twee centimeter lang, maar evenzo hoog, schepsel. Rolands vader, JBL oprichter Joachim Böhme, wilde als keverdeskundige juist deze, op Madagaskar levende kever, absoluut eenmaal in zijn leven gezien hebben: de girafkever (Trachelophorus giraffa). Hem was het niet gegund, maar zijn zoon trof nu dit eigenaardige dier.
Wij waren gefascineerd door de natuur maar teleurgesteld in de gidsen. Heel jammer dat je als bezoeker ALTIJD een gids mee moet boeken of je dat nou wil of niet. De biotooponderzoeken gaven veel interessante informatie: de luchttemperatuur schommelde tussen 20 °C 's nachts tot 's morgens 6.30 uur en maximaal 29,4 °C om 12.30 uur 's middags. De luchtvochtigheid lag tussen 60 % 's middags en 96 % 's avonds.
Voor de terrariumhouders waren ook de oppervlaktemetingen op hout en planten zeer informatief omdat we vaak enorm veel warmte genereren met onze lampen en soms niet weten in hoeverre terrariums ’s nachts weer af zouden moeten koelen. Met infrarood meetinstrumenten hebben wij elk uur de oppervlakte gemeten en bij hout temperaturen tussen 18 en 26,2 °C ’s middags gemeten. De gemeten temperaturen van de plantenbladen lagen tussen 19,2 (9.30 uur) en 26,2°C om 13.30 uur en komen zo ongeveer overeen met de gemeten temperaturen van het hout.
Ter afsluiting van ons verblijf op Madagaskar wilden we de lemuren nog eens in al hun veelzijdigheid beleven en ook van heel dichtbij meemaken. Ongeveer 100 soorten zijn tot dusver beschreven. In een lemurenpark, waar verschillende soorten op toegankelijke eilanden leven, konden we deze wens uit laten komen en de komische halfapen van heel dichtbij beleven.
Apen en halfapen onder elkaar
In het Lemurenpark heb je de mogelijkheid heel dichtbij deze apen te komen. Ze zijn buitengewoon nieuwsgierig en georiënteerd op voer. Biologisch gezien is het niet waardevol maar wel een heel leuke belevenis. Daar deze halfapen vrij op de beboste eilanden leven zal het voor de dieren ook niet werkelijk nadelen hebben.