Het inheemse dorp Santa Rosa
Tijdens de boottocht op de Rio Inirida, van Inirida naar de bergen van Mavecure, buigt de Caño Bocon, na ongeveer de helft van de afstand, naar rechts af. Hij kronkelt als een aal door het regenwoud richting het westen. Toeristen komen hier niet. Reden te meer voor ons om deze streek te bezoeken en in het eenvoudige kamp in het dorp van de inheemse bevolking neer te strijken. Toen we aankwamen kwam het hele dorp naar de rivier om nieuwsgierig hun gasten te bekijken.
We voelden ons weliswaar hartelijk opgenomen, maar toch een beetje als een vreemde eend in de bijt in een nogal ongerepte gemeenschap. Maar niet alleen die paar toeristen, ook de zonnepanelen in het drop laten zien dat de tijd niet teruggedraaid kan worden. Ons verblijf had deze keer niet alleen een dak, maar ook zijwanden. Het nadeel daarvan: Er kwam geen zuchtje wind binnen en we begonnen het voordeel van een hangmat of luchtbed onder een palmendak in te zien.
Uit de netten in de rivier voor het dorp bleek ook meteen dat de visvangst voor siervisexporteurs ook hier was ingeburgerd. Voor de deelnemers was dit natuurlijk een voordeel, want de inheemse bewoners van het dorp begrepen daardoor ons enthousiasme voor kleine bonte visjes, die je niet eten kunt. Bovendien wisten ze waar diverse vissen leefden. Sommige hadden zelfs eenvoudige duikbrillen, die hen bij het vangen van siervissen hielpen. Ze gingen met ons mee op excursies per boot en zelfs te voet en gingen geduldig met ons langs de ondiepe beekjes, snorkelden zelfs tijdens heel lange tochten met ons en ’pasten op ons’.
In de omgeving van Santa Rosa was de waterstand, vergeleken met de februari expeditie, ook met circa vijf meter gestegen en waren kleine beekjes in meters brede ‘rivieren’ veranderd. Hoewel de visdichtheid daardoor niet hoog was, hadden de deelnemers in het water rondom het dorp altijd het gevoel heel eenzaam, in het midden van nergens, maar in harmonie met de natuur onderweg te zijn. Er waren rivieren bij, waar voor ons werkelijk nog geen mens had gezwommen. En waarom ook?
Terugreis bijna rampzalig
Altijd vragen mensen me of expedities niet gevaarlijk zijn. Nou, tijdens al die 16 dagen deed zich op de terugreis van Santa Rosa naar Puerto Inirida een werkelijk levensgevaarlijke situatie voor: Wegens het enthousiasme van de deelnemers vertrokken we echt laat richting Inirida. Niemand wilde uit het water komen, maar nog snel even testen en een vis in het fotobassin fotograferen. De schemering viel in en het werd donker. Echt donker, want de lucht was helemaal dichtgetrokken en een onweersfront kwam vanuit het oosten op ons af.
De boot was lang, maar smal. Ter bescherming tegen zon en regen was de boot voorzien van een dak dat met stangen aan de boot was bevestigd. De schipper had het er heel moeilijk mee om zich op de Rio Inirida te oriënteren. De talloze bliksemflitsen lieten zien dat we ons in het midden van de rivier bevonden. We hadden de boot liever in de nabijheid van de oever gezien, maar het is nou eenmaal ons vak niet. Toen het onweersfront ons bereikte sloegen de eerste rukwinden tegen de boot en verwijderden het dak aan een kant uit de verankering. De golven waren hoger geworden en het voelde als op zee bij middelhoge golven. Het dak ging omhoog en stond rechtop als een zeil. De boot begon te kapseizen – alles in absolute duisternis, afgezien van de zaklamp van een deelnemer. Met al onze kracht trokken we het dak terug en hielden het vast tot de krachtige rukwinden kalmeerden. Eenvoudige splitpennen in de verankering zouden deze gevaarlijke situatie voorkomen hebben. Als we gekapseisd waren, zou het werkelijk problematisch zijn geweest. We kunnen weliswaar allemaal goed zwemmen, maar de oever was steeds maar heel kort tijdens een bliksemflits te zien. Gelukkig droegen we allemaal een zwemvest, waarvan het nut heel duidelijk wordt in een dergelijke situatie. Uiteindelijk is alles goed gekomen.