Planning en Bezetting
De juiste selectie
Om langdurig plezier te hebben aan het gezelschap in uw aquarium is het werkelijk nodig dat u zich informeert over de dieren die u erin wilt hebben! Een goed vakboek, uw dierenvakhandel en vaak zelfs het internet helpen u verder.
Vaak is het zo dat u al een bepaalde vissoort in gedachten heeft die u graag zou willen hebben. Nemen we als voorbeeld de maanvis. Deze kan tot 20 cm hoog worden en heeft derhalve een groot maar bovenal hoog aquarium nodig. Hij is weliswaar geen sterke roofvis maar alleen al door zijn grootte zal hij kleine visjes en garnalen als voer zijn, wanneer het tenminste geen jong dier meer is. Kleine vissen en garnalen vallen daarmee al af als gezelschap. Hij eet geen planten en graaft niet dus qua bodemgrond en plantenselectie bent u geheel vrij in uw keuze. Hij verblijft graag tussen houten wortelen (biotoopbeschrijving van zijn leefomgeving) en moet in kleine groepen worden gehouden. Hij houdt van zacht, licht zuur water. Hiermee vallen dus alle vissen af die aan hoge pH waarden en hard water de voorkeur geven. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook de Oost-Afrikaanse cichliden uit de meren van Malawi en Tanganjika die u optisch misschien ook wel erg mooi vind. Deze willen echter veel stenen als inrichtingselement.
Het zal u zeker helpen wanneer u vissen uit dezelfde streek in uw selectie opneemt daar die in ieder geval dezelfde eisen aan het water stellen. Daarna blijft altijd nog de vraag of deze om kunnen gaan met de vissen die uw voorkeur genieten. De streek is echter niet altijd doorslaggevend. Vissen uit de Amazone, de Afrikaanse rivieren of uit Australië kunnen dezelfde eisen aan het water stellen! U ontkomt er dus niet aan het één en ander aan informatie in te winnen met betrekking tot uw favorieten.
Het bevolken van de waterlagen
Uw aquarium heeft, gebaseerd op de hoogte, minimaal drie waterlagen: Het oppervlaktebereik, de middelste waterlaag en de bodemzone. Veel vissen verblijven het meest van de tijd in één van deze drie lagen. Om deze reden is het zinvol alle drie op de juiste wijze te bevolken.
Waterlagen
Neem de tijd voor het uitzoeken van uw aquariumbewoners. Het is niet alleen de moeite waard maar ook leuk zich op deze manier met de vissen bezig te houden en uit te zoeken of u een muilbroeder, een schuimnestbouwer, een graver of een flinke zwerm wilt verzorgen.
Epiplatys en bijlzalmen leven nabij het wateroppervlak en ‘duiken’ ook zelden richting de bodem. Ook veel labyrintvissen leven eerder georiënteerd op het oppervlak.
Hier leven, bijvoorbeeld, karperzalmen, barbelen of regenboogvissen, maar ook veel cichliden. Sommige vissen hebben veel vrije ruimte nodig om te zwemmen, anderen eerder schuilplaatsen onder planten of hout.
Pantsermeervallen en modderkruipers zijn typische bodembewoners. Maar ook dwergcichliden bevinden zich eerder in de onderste zone van het aquarium, omdat daar schuilplaatsen zijn. Ook grotere garnalensoorten leven op de bodem, terwijl kleinere soorten op de decoraties verblijven.
Voorbeelden van een bezetting
Onder de JBL thema-aquariums vindt u vier bewonerssuggesties. Werp er eens een blik op om te zien of die van u erbij is:
Welke vissen passen in mijn aquarium?
Waarom en welke aquariumvissen NIET samengaan. Volgens welke criteria moeten vissen worden geselecteerd? Welke eisen stellen aquariumvissen aan hun aquarium en het onderhoud? We leggen u uit en laten zien, welke vissen bij elkaar passen en waarom sommige soorten niet samen moeten worden gehouden.