Kort na 03.00 uur tuimelden de eerste deelnemers al op de aanlegstijger bij het kamp. Vier speedboten wachtten op de bagage en op de teams. Wie honger had kon nog gauw een banaan of een stuk meloen en gekookte eieren met plat brood eten. Belangrijker was het om de bagage, die van tevoren in 2 tassen moest worden omgepakt, in de juiste boot te zetten. De bagage voor de komende 3 dagen mocht maximaal 13 kg wegen, omdat de kleine cessna's met 5 personen en een piloot anders niet konden opstijgen. De overige bagage werd afzonderlijk met boten naar de haven gevaren waar het ter plaatse bij de reisorganisator werd opgeslagen. Daar konden we het dan op de terugweg weer afhalen. We waren niet heel tevreden met deze oplossing maar we hadden weinig keus. Terwijl we in gedachten op onze bananen knabbelden klonk plotseling een luide schreeuw. Wat was er aan de hand? Een bananenspin (phoneutria spp.) was ons komen bezoeken tussen het verse fruit. Een nachtmerrie voor velen, voor fotografen een droom. Vlug, vlug - camera's tevoorschijn en drukken maar. Wat een dankbaar model. Maar nu was het dan toch tijd om te gaan.
Na een boottocht van ongeveer 50 minuten kwamen we in de kleine haven aan en stegen om in drie kleine bussen (met onze kleine bagage). Van daaruit was het 3,5 uur naar Ciudad Bolívar. In de hoofdstraten kwamen we met regelmaat veiligheidscontroles tegen, waarschijnlijk telkens als we van wijk wisselden. Gewapende nationale politie inspecteerden de bagage evenals ons Europese expeditieteam nauwkeurig. Ze waren echter vriendelijk en stelden ons vragen over onze herkomst en het reisdoel. Ze waren erg verwondert over onze plannen en onze interesse in het land en de natuur.
Eenmaal op het vliegveld van Ciudad Bolívar aangekomen werden we direct naar de kleine cessna's geloodst en konden we de veiligheidscontrole binnen enkele minuten achter ons laten.
Het kleine vliegtuig was precies groot genoeg om vijf personen met vijf stuks bagage te vervoeren. Een klapstoel in een voetbalstadion biedt meer plaats. Toch waren ze, voor "oldtimers" uit de jaren 70, in zeer goede toestand. Het uitzicht gedurende de vlucht was fantastisch. Als een vogel in de lucht genoten we van de 60 minuten durende vlucht, die ons direct naar het Canaima National Park bracht.
In het indianendorp, waar ca. 3000 mensen wonen, leven de bewoners geïsoleerd en zijn uitsluitend via lucht of water te bereiken - geheel afgesloten van de moderne wereld trachten ze hun tradities te bewaren.
In het kamp wachtte men met enthousiasme op onze groep en begroette ons met een warme maaltijd. De drie gidsen spraken Engels en communiceerden zonder problemen met de groep. Nadat de kleine vierpersoonskamers eenmaal ingedeeld waren begaven we ons direct op weg naar de lagune in Canaima waar zich een adembenemende waterval bevindt. Het water was veel helderder dan in het Orinoco kamp. Natuurlijk gaat het dan om zwart water (als slappe koffie) maar het zicht was aan het oppervlakte en direct boven de bodem goed genoeg om enkele opnamen te maken.
We zagen al direct veel verschillende vissoorten. Zonder de opnamen te hebben geanalyseerd komen de volgende soorten direct in gedachten: Roodoog tetra (moenkhausia sanctaefilomenae), vlagcichlide (mesonauta festivus), karperzalm (pristella maxillaris), dwergcichlidepaartje met jonge vissen (crenicichla regani), aardeter (satanoperca spec.), mesvis (sdontosternarchus spec.) en gedurende een nachtelijk duiktocht langarmgarnalen (macrobrachium spec.).
Na een korte boottocht, om de waterval frontaal te kunnen aanschouwen, konden we een bijzonder gevaarlijk voetpad nemen om de plantenwereld achter de waterval te ontdekken en om op de natte, gladde stenen in de waterdamp van de waterval te staan.
Onze nieuwsgierigheid was gewekt en wij maakten gebruik van de kans om een verdere weg om de waterval te nemen en daar een verlaten wereld te ontdekken. Hier leek het landschap op een steppe die uitkwam in een oase. Hier, in dit onberoerde stuk natuur, werd een deel van de alom bekende film Jurassic Park gedraaid. Met de Salto Angel op de achtergrond, een meer en staand in het opgedroogde midden van een waterval, genoten wij van dit unieke uitzicht.
In de avond keerden wij naar het dorp terug en bestudeerden het reilen en zeilen op de straat - gezeten aan de rand van de weg. Hier hadden we de mogelijkheid om in alle rust onze indrukken van de reis tot zover met elkaar te delen en meer te leren over onze wederzijdse hobby's.